Financiele en beleidsmatige aandachtpunten

Financiele en beleidsmatige aandachtpunten

Voor de meerjarenbegroting 2019-2022 zijn in ieder geval de volgende financiële aandachtpunten te onderkennen:

  1. Sociaal domein

Vanaf 2020 zal de wijze waarop we afgelopen jaren zijn omgegaan met de reserve Sociaal Domein gefaseerd worden losgelaten. Het sociaal domein zal in de begroting reëel worden begroot. De Provincie heeft als financieel toezichthouder hier ook op aangedrongen. Dit betekent dat de lasten en baten reëel en structureel met elkaar in evenwicht worden gebracht. De gevormde reserve sociaal domein zal de komende jaren de buffer zijn voor tekorten, die wij nog niet structureel kunnen opvangen binnen de beschikbare middelen. Het streven is in 2023 het sociaal domein structureel in de begroting geborgd te hebben. Op het moment dat dit gerealiseerd is zal aan de raad een voorstel worden gedaan om het eventueel resterende deel van de reserve te bestemmen.

  1. Herijking verdeling algemene uitkering in 2021

Komende jaren vindt naast de overheveling (en eventuele aanpassing verdeelmodel) van het sociaal domein naar de algemene uitkering een herijking plaats van de verdeling van de andere middelen van de algemene uitkering. Beide trajecten lopen gelijk op. De nieuwe verdeling wordt voorzien in 2021. Voor deze herijking wordt onderzocht in hoeverre met de verdeling rekening moet worden gehouden met kostenverschillen tussen gemeenten. Als er weinig ruimte is voor verschillen in aanbod van een voorziening, dan moet er meer worden verevend voor verschillen in kosten tussen gemeenten. Dit wordt per taakveld onderzocht. Daarvoor vindt een apart onderzoek plaats naar de beleidsvrijheid en maatschappelijke acceptatie van verschillen in aanbod van gemeentelijke voorzieningen. Er vindt ook een onderzoek plaats naar alternatieve manieren om rekening te houden met verschillen in eigen inkomsten. Nu wordt daarvoor uitgegaan van een uniforme standaard, maar mogelijk is een meer gedifferentieerde aanpak mogelijk. En er vindt in het kader van de herijking een onderzoek plaats of de huidige centrumfunctie voor de verdeling van de middelen uit de algemene uitkering nog voldoet. In het herijkingsonderzoek wordt daarbij meegenomen of een groot aantal kernen in de gemeente leidt tot hogere kosten. Naast de herijking vindt een inventarisatie plaats naar mogelijke knelpunten bij de decentralisatie uitkeringen van het gemeentefonds en het bekostigen van de gezamenlijk opgaven van het Rijk en gemeenten.

  1. Vixia / participatiebedrijf
    Uw gemeenteraad heeft in de raadsvergadering van 26 oktober 2017 besloten vooralsnog niet mee te doen met het oprichten van het participatiebedrijf Westelijke Mijnstreek. U bent afgelopen periode geïnformeerd over de stand van zaken. Een integraal en afgewogen besluit wordt op het moment van schrijven van deze kadernota voorbereid. De beleidsmatige en eventuele financiële gevolgen worden bij deze besluitvorming meegenomen.
  1. Bramert-Noord
    Afhankelijk van de inhoud van verdere besluitvorming over de woningbouwlocatie Bramert-Noord zullen financiële consequenties worden verwerkt in de begroting.
  1. Ontwikkelingen verbonden partijen
    Het totaal aan lastenstijging van de verbonden partijen zal zijn vertaling krijgen in de meerjarenbegroting 2020-2023. Het zorgt voor financiële druk op de beschikbare middelen.
  1. Ontwikkelingen omgevingswet
    Voor de implementatie van de Omgevingswet is in de begroting een reserve getroffen van
    € 500.000. In 2019 is een bedrag van € 341.750 uit deze voorziening aangewend voor de implementatiekosten. Het is de reële verwachting dat de reserve Omgevingswet uiteindelijk onvoldoende is en dat extra middelen nodig zijn. Een concreet beeld over de totale kosten kan echter nog niet worden gegeven. Dit is afhankelijk van de vorderingen in het project en de ontwikkelingen op rijksniveau. Daarnaast is duidelijk dat extra middelen nodig zijn voor de invoering van de digitale stelsel Omgevingswet (DSO); de technische applicaties die iedere gemeente moet hebben op het moment dat de Omgevingswet is ingevoerd. De invoering van het DSO is geen keuze voor onze gemeente maar wettelijke verplichting.

Het DSO wordt momenteel nog ontwikkeld door het Rijk en tot op heden is er nog geen indicatie gegeven over de invoeringskosten.

  1. Wijzigingswet Open Overheid (Woo)
    De Tweede Kamer zal naar verwachting in het najaar van 2019 de Wet open overheid (Woo) vaststellen. De Woo is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en schrijft aan overheidsorganen voor dat actief werk moet worden gemaakt met het openbaar maken van eigenlijk al zijn documenten. Hiertoe wordt door het ministerie van BZK een stappenplan opgesteld en het Landelijk Platform Openbare Overheidsinformatie (PLOOI) ingericht. De Woo zal naar verwachting in het jaar 2020 (uiterlijk 2021) in werking treden.
  1. Wet verplichte GGz
    Het streven is om per 1 januari 2020 de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) in te voeren. De Wvggz gaat de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz) vervangen. De nieuwe wet biedt meer instrumenten voor zorg op maat: verplichte zorg zo kort als mogelijk en zo lang als noodzakelijk. De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) is een flinke verbetering in vergelijking met de huidige wet- en regelgeving. De werkprocessen en ondersteuning zijn nog volop in ontwikkeling en zowel de VNG als het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) zijn voor een zo spoedige mogelijke invoering van de wet. Op dit moment is nog niet alles bekend. Komende periode zal naar alle waarschijnlijkheid over een aantal punten, waaronder eventuele financiële consequenties, meer duidelijkheid worden verschaft.
  1. Nieuwe wet inburgering
    De minister heeft aan de Tweede Kamer laten weten meer tijd nodig te hebben om het wetsvoorstel voor het nieuwe inburgeringsstelsel voor te bereiden. Hij meldt dat het definitieve voorstel pas in het eerste kwartaal van 2020 tegemoet kan worden gezien. In de mei circulaire zijn voor 2019 en 2020 incidenteel middelen beschikbaar gesteld om lasten die gepaard gaan met de nieuwe regierol op te pakken en de huidige inburgeringsplichtige statushouders beter aan een deugdelijke taalcursus te helpen.
ga terug